Hindoeïsme: een reeds 35 eeuwen bestaande culturele traditie

Door Soraya Weggers

januari 2003

De schepping wordt door de hindoes gezien als een ontvouwing van één goddelijk principe, het Brahman, de oerbron van alle bestaan. Dit komt tot uiting in de eerbied voor alles wat leeft.
De wezenlijke bestemming van de mens ligt uiteindelijk niet in deze wereld maar in het goddelijke. De pogingen van de mens om die eigenlijke bestemming te bereiken worden verhinderd door zijn Karma. Daardoor blijft hij onderworpen aan de eeuwige kringloop van leven en sterven en het steeds weer opnieuw geboren worden. Om hieraan te ontkomen moet de mens zich bevrijden van zijn aardse gehechtheid.


Karma en reïncarnatie

Hindoeïsme is een westerse naam voor de 35 eeuwen oude culturele traditie van zo'n 80% van de Indiërs. Het Hindoeïsme kent geen stichter, maar is het resultaat van een eeuwenlang ontwikkelingsproces, waarbij voortdurend vreemde elementen werden opgenomen. Het heeft geen centrale kerkelijke organisatie, géén algemeen geldende richtinggevende geschriften en geen door allen erkende geloofsbelijdenis. 

In het Hindoeïsme wordt één goddelijk principe, het Brahman, beschouwd als de oerbron van alle bestaan. De hindoe heeft daarom eerbied voor alles wat leeft, en dit komt onder meer tot uitdrukking als runder-verering en vegetarisme. 

Er is een rangorde in goddelijkheid en de daarmee verbonden reinheid. Dit loopt vanaf de scheppergod Brahma, via de goden, de mensenwereld (met de brahmanen aan top) naar de dieren en de dingen. De wezenlijke bestemming van de mens ligt uiteindelijk niet in deze wereld maar in het goddelijke. Dit goddelijke kan hij door zelfvervolmaking verwerkelijken in de eigen persoon of hij kan zich hiermee verenigen. 

De pogingen van de mens om die eigenlijke bestemming te bereiken worden verhinderd door zijn Karma. Karma is het positieve of negatieve saldo van zijn vroegere handelen. Door dit Karma blijft de mens onderworpen aan de eeuwige kringloop van leven en sterven en het steeds weer opnieuw geboren worden op aarde. Reïncarnatie is dus het lot dat de mens zichzelf op de hals haalt. Om hieraan te ontkomen moet de mens zich bevrijden van zijn aardse gehechtheid.

De opvatting dat de situatie waarin een hindoe wordt wedergeboren afhangt van zijn handelingen in vorige levens, maakt dat men aan iemands positie in de maatschappij kan zien hoever hij is gevorderd op de weg naar zijn verlossing. Hoe hoger en beter zijn leefsituatie is, hoe minder gehecht aan "de wereld" en hoe reiner men leeft. Op deze wijze wordt ook vaak het kastensysteem met de daarbij horende ongelijkheid in de hindoe-maatschappij verklaard.


De Veda's

De oudste bekende geschriften van India zijn de Veda's. Geschat wordt dat sommige van deze geschriften zo'n 8000 jaar oud zijn. Het gezag van de Veda's is groot omdat de hierin geopenbaarde wijsheid van transcendente oorsprong wordt beschouwd. De inhoud van de Veda's is vrijwel onbekend voor de grote massa. De brahmanen zijn de religieuze autoriteiten en rituele specialisten. Door mondelinge overlevering van leraar op leerling vond de religieuze overdracht binnen het Hindoeïsme plaats. De hindoe laat zich dan ook door zijn goeroe (geestelijk leraar) leiden in zijn religieus denken en handelen. 

In de Upanishads (onderdeel van de Veda's) wordt het hindoe-pad naar geestelijke bevrijding uiteengezet. Dit pad bestaat uit het tot zwijgen brengen van gedachten en deze te vervangen door doelgericht denken. Doelbewust leven is belangrijk. Door een ethische levenswijze en door mentale oefeningen kan de hindoe controle verwerven over zijn denkprocessen om zo zijn hogere ik te ontdekken en te realiseren.


De Goden

Boven een groep lagere goden staan twee figuren die worden vereerd als de absolute God (Ishvara). Deze beide goden worden zowel gezien als pantheïstisch als persoonlijk.

Vishnu geeft de mens levensruimte en grijpt in ten bate van hem in het wereldgebeuren. Hij verschijnt in dierlijke of menselijke gestalte op aarde als incarnatie. De bekendste incarnaties zijn Rama, en Krishna. Zijn gemalin is de godin van het geluk Lakshmi of Shri.

Shiva woont met zijn gemalin Parvati in de Himalaya. Hij is de herschepper van het goede en de vernietiger van het kwade. Daarnaast wordt hij gezien als de heer van de ascese en van de yoga. De meeste van zijn kenmerken zijn te herleiden tot woeste natuurkracht en extase.


Literatuur

De Bhagavadgita is het 6e boek van het Mahabharata (het grote epos van de Bharata-dynastie). In dit boek tracht Krishna (God in menselijke gedaante) Arjuna over te halen om ten strijde te trekken tegen zijn neven. Het gaat in dit boek om existentiële vragen over leven en dood, van verlossing en genade. Het onthult zaken als de structuur van het universum, de zijnswijzen van het opperwezen en de wegen om de verlossing te bereiken.

Ook heel belangrijk is de Ramayana. Dit is het verhaal van Rama, dat gaat over een vrouw Sita, de vrouw van de verbannen Rama, prins van Ayodhya. Zij is door de demon Ravana geroofd en met hulp van opperbevelhebber Hanuman wordt zij bevrijd. Het verhaal gaat in wezen over voorbeeldig of verwerpelijk menselijk gedrag.

Ook in Nederland wordt de Ramayana tijdens het jaarlijkse Ramlola feest nog steeds geciteerd.


Hindoestanen in Nederland

De hindoestanen in Nederland zijn oorspronkelijk afkomstig uit Noord-India. Tussen 1873 en 1916 werden hindoestanen door Nederlanders naar Suriname gehaald om daar als contract-arbeiders op de plantages te werken. Toen velen na afloop van het contract naar India teruggingen werd aan degenen die wilden blijven honderd gulden en een stukje grond aangeboden. Nu vormen ze de grootste bevolkingsgroep van Suriname. Vanaf 1973 nam de migratie van hindoestanen naar Nederland toe in verband met de naderende onafhankelijkheid van Suriname. In Nederland wonen naar schatting 130.000 hindoes. Door de migratie naar Suriname en Nederland is het kastensysteem zo goed als verdwenen.

De hindoestanen hebben na hun migratie naar Nederland drie fasen doorgemaakt. In de jaren zeventig was men met name gericht op de materiële behoeften. Het contact met de Nederlandse cultuur was beperkt. Begin jaren tachtig wordt het duidelijk dat Nederland zich ontwikkelt als een multiculturele samenleving. Men wordt zich bewust van het feit dat men permanent in Nederland blijft. Om goed te kunnen functioneren in de Nederlandse samenleving realiseert men zich dat kennis van de Nederlandse cultuur, de taal en kennis van sociale vaardigheden belangrijk zijn. Vanaf de negentiger jaren ontstaat de trend dat men begint na te denken over de Nederlandse en hindoestaanse normen en waarden en over mogelijke afstemming op elkaar. Hindoes hebben zich wel aangepast met behoud van de eigen cultuur, maar er is nog geen sprake van overdracht van elementen van de hindoe-cultuur naar de Nederlandse samenleving.

De rituele handelingen zijn voor de hindoes in Nederland de meest belangrijke uiting van hun cultuur. Deze rituelen worden onder meer goed zichtbaar rondom het huwelijk.


Het huwelijk

Het huwelijk wordt door de hindoes gezien als een partnerschap waarin man en vrouw zowel in sociale als in spirituele zin een eenheid vormen. Het huwelijk is bij de hindoes monogaam.

Volgens de hindoe-traditie hebben de ouders de verplichting om voor hun kind een levenspartner te zoeken. Een huwelijk wordt door hindoestanen ook gezien als een overeenkomst tussen twee families. Bij het zoeken naar een huwelijkskandidaat roepen de ouders de hulp in van de pandit of priester. De pandit brengt de familie in contact met de familie van de aanstaande levenspartner. Daarna ontmoet de familie de persoon in kwestie zelf. Jongeren in Nederland willen steeds vaker zelf hun partner uitkiezen. Dit zorgt nog wel eens voor conflicten met de ouders. In Nederland is er ook meer kans op een huwelijk met iemand van een andere godsdienstige overtuiging. Dit geeft ook dikwijls problemen in de familie.


De positie van de vrouw

Het Hindoeïsme kent geen strakke geboden en verboden. Het is belangrijker dat men in het denken en doen oprecht is. Een juiste levenswijze is belangrijker dan een juist geloof. Belangrijk voor een juist leven is het streven naar innerlijke harmonie en harmonie met het natuurlijke, sociaal-maatschappelijke en culturele milieu. Hindoes hebben zich daarom ook zonder grote problemen aangepast aan de Nederlandse samenleving. De RigVeda zegt "de gehele aarde is één familie". Alle onderdelen van de aarde hebben gelijke status. Ze hebben wel een eigen functie maar zijn niet ondergeschikt aan elkaar. Binnen het Hindoeïsme vullen de man en de vrouw elkaar aan en is er geen sprake van ongelijkheid. In de praktijk komt het er op neer dat de man meer de maatschappelijke verantwoordelijkheden draagt om het gezin te onderhouden. De vrouw is binnen het gezin verantwoordelijk voor de opvoeding van de kinderen.

Ten onrechte wordt soms bepaald gedrag in verband gebracht met de hindoestaanse cultuur. Schrijnende gevallen van mishandeling en onderdrukking van hindoestaanse vrouwen worden veroorzaakt door spanningen door werkloosheid, excessief alcohol- of druggebruik en dergelijke en zijn niet terug te voeren op de hindoestaanse traditie. Het is wel een feit dat door de traditionele opvoeding, vrouwen niet geneigd zijn zich snel tot de buitenwereld te wenden voor hulp. Jongere en beter geschoolde generaties vrouwen zullen hier minder snel last van hebben.

De emancipatie van de vrouw, het veranderde politieke, economische en sociale klimaat in de Nederlandse samenleving heeft ook invloed gehad op de hindoestanen. Er is een verschuiving te zien van de vrouw die voornamelijk met huishoudelijke taken belast is, naar de vrouw die ook actief is in het maatschappelijk leven. Deze ontwikkeling komt overeen met die van de Nederlandse vrouw. 

 

Geraadpleegde literatuur:

Hindoeïsme in Nederland  -  A.M.G. van Dijk, H. Rambaran, Ch. Venema

Webpagina's:

Hindoestanen in Nederland

Hindoeïsme: een duizenden jaren oude weg naar geestelijke vrijheid


De publicatie van FiLOSCOOP wordt verzorgd door Bureau Everink te Almere
Copyright © 2003  Soraya Weggers, Bureau Everink