|
|
Volgens de hindoeïstische filosofie spelen drie sturende krachten een essentiële rol bij zowel het denken, het waarnemen als het handelen. Deze drie krachten zijn sattva, rajas en tamas. Tezamen worden ze aangeduid als de guna’s.
Sattva is de creatieve impuls waarmee iedere activiteit begint. Rajas stuurt de volgende fase, die vooral bestaat uit verandering. En tamas betreft de handhaving van de min of meer stabiele toestand die tenslotte wordt bereikt. Het herkennen en zoveel mogelijk onder controle brengen van de guna's is een belangrijke doelstelling bij het streven naar een hoger bewustzijnsniveau.
PurushaTerwijl in de westerse cultuur de nadruk ligt op het beheersen van de natuur, het aanpassen van de omgeving aan de mens, staat in het hindoeïsme de eigen spirituele ontwikkeling centraal.
Een van de fundamenten van de westerse civilisatie is dat, om het bestaan leefbaar en aangenaam te maken en te houden, vooral gedetailleerde kennis nodig is van de materiële werkelijkheid. Volgens de hindoeïstische metafysica daarentegen is purusha, de spirituele werkelijkheid, superieur aan de in tijd en ruimte bestaande materiële werkelijkheid. De individuele purusha, de Atman, kan een toestand van verlichting bereiken, waarbij geen enkele situatie of gebeurtenis in de materiële werkelijkheid hem nog kan doen lijden of uit zijn evenwicht brengen. Een belangrijke stap naar die spirituele toestand is het verkrijgen van inzicht in de werking van de guna's, de drie sturende krachten in zowel de spirituele als de materiële werkelijkheid.
Spirituele bewustwordingHet denkende, waarnemende en creatieve Spirituele Ik wordt in het hindoeïsme aangeduid als de Atman. Daarmee wordt de spirituele essentie van de mens bedoeld, datgene waar het woordje "ik" uiteindelijk naar verwijst. De Atman is in staat om de werking van de guna’s te besturen.
Descartes zei "Ik denk, dus ik ben", en ieder mens kan gemakkelijk tot dezelfde conclusie komen. Zodra iemand beseft dat hij zélf, als Spiritueel Ik, zijn eigen gedachten creëert is de deur geopend naar verdere zelfrealisatie, naar ontwikkeling en uitbreiding van de spirituele vermogens.
Het zich bewust worden van de eigen spirituele aanwezigheid lijkt te worden bemoeilijkt door het feit dat de Atman de aandacht niet op zichzelf kan richten. De geest is altijd naar buiten gericht, altijd waarnemer en nooit datgene wat waargenomen wordt.
De Atman kan zich echter wel van zichzelf bewust worden door zijn eigen oorzakelijkheid te ervaren. De Atman is een creatief en oorzakelijk centrum en de guna's zijn het middel waarmee hij controle uitoefent over de werkelijkheid. De guna's zorgen dat de bedoelingen van de Atman worden gerealiseerd, maar ze worden daarbij vaak gehinderd door chaotische denkgewoonten en automatische reacties. Door zich méér bewust te worden van de guna's wordt de Atman zich ook meer bewust van zijn eigen werkzaamheid en daardoor ook van zichzelf.
Guna’s en denkenOm de guna's bewust te kunnen toepassen moet iemand deze sturende krachten eerst in zichzelf herkennen en begrijpen. Onder meer in zijn eigen denken kan de Atman sattva, rajas en tamas aan het werk zien en gebruiken.
Bij de vorming van gedachten zijn steeds drie stadia te onderscheiden. Sattva is het prille begin van een gedachte, de creatieve impuls waardoor de gedachte-vorming een aanvang neemt. In de sattva-fase komt de werking van de goddelijke bron ofwel Brahman het meest direct tot uiting. Dit is het primaire en creatieve begin van een idee, waarbij dit idee nog geen vorm heeft aangenomen en nog niet onder woorden is gebracht.
|
Guna's en waarneming
De guna's vervullen niet alleen in het denken maar ook bij de waarneming een essentiële sturende rol. Hoewel we allen in dezelfde materiële omgeving leven ziet ieder mens die omgeving op zijn eigen manier. De Atman kan de omgeving mooi of lelijk, gedetailleerd of vaag, interessant of saai, waarnemen. Wat iemand ziet is een fenomenale realiteit die hij zelf creëert met behulp van de guna's.
Tijdens de sattva-fase van een perceptie-cyclus wordt de aandacht gericht op een bepaald object, een detail of een groter geheel. Dan volgt de rajas-fase: heel snel verandert de betreffende fenomenale realiteit van vaag en onduidelijk in specifiek en herkenbaar. Vervolgens kan de persoon in de tamas-fase gedurende korte of langere tijd naar de herkende realiteit blijven kijken.
In de hindoeïstische literatuur wordt erop gewezen dat de zintuigen vaak misleiden maar daaruit moet niet de conclusie worden getrokken dat beperking van de waarneming tot kennis en bewustzijnsverhoging leidt. Het verminderen van de aandacht en de perceptie heeft een bewustzijnsverlagend effect. Het gaat erom de activiteit van de zintuig-organen door middel van aandachtbeheersing te besturen. Met name is belangrijk dat de aandacht niet in een bepaalde richting wordt méégesleept. Als de aandacht ongecontroleerd is, zodat de evenwichtige werking van de guna's wordt belemmerd, dan wordt de hier-en-nu werkelijkheid chaotisch.
Guna's en actieDe guna's kunnen ook bij bij allerlei activiteiten een essentiële sturende functie vervullen. Lichamelijke activiteit is nodig om te kunnen leven. Alleen door intelligente actie kan de natuurlijke omgeving geschikt worden gemaakt en gehouden voor de mens. Actie, in de vorm van werk, is ook nodig om te voorzien in uiteenlopende levensbehoeften. Een actief leven is verder belangrijk omdat het lichaam alleen goed blijft functioneren als het veelvuldig wordt gebruikt voor uiteenlopende activiteiten. In het algemeen verloopt de actie beter en succesvoller als de Atman de guna's bewust bij iedere activiteit toepast.
|
Guna’s en levensgeluk
Als de guna's niet worden herkend en zoveel mogelijk bestuurd heeft dat ongunstige effecten voor het levensgeluk tot gevolg. Denken en waarneming zijn dan chaotisch, er worden te veel of te weinig plannen gemaakt, activiteiten vinden te haastig plaats of duren te lang, begonnen werkzaamheden worden niet afgemaakt, nog bruikbare spullen worden vernietigd of afgedankt. Het leven wordt dan teleurstellend en de Atman komt in een toestand van verwarring. Dat kan weer tot gevolg hebben dat het bewustzijnsniveau verder achteruit gaat, waardoor de controle over de guna's verder vermindert en het leven verder ontspoord raakt.
Wanneer iemand daarentegen de guna's wel in zijn leven tot hun recht laat komen zal dit geluk en voorspoed teweeg brengen. Door de guna's bij alles wat men doet op de juiste manier te laten werken komt men dichter bij Brahman en kan men het leven beter aan. Problemen zijn dan makkelijker oplosbaar en worden minder als een belemmering ervaren. Tegenslagen kunnen dan gemakkelijker worden overwonnen en doelen worden eerder bereikt.
De
publicatie van FiLOSCOOP wordt verzorgd door Bureau Everink te Almere
Copyright © 2005 Bureau Everink