juli
2016



Home Archief Aanmelden Email
Rene Descartes
René Descartes op een gravure van W. Holl, gepubliceerd in Londen door Wm. S. Orr & Co.
© Photographer: Georgios | Agency: Dreamstime.com

De zielkunde van René Descartes (deel 2)     naar deel 1

door Jan Everink

Heldere concepten

Descartes wees vier oorzaken aan waardoor vage en onjuiste kennis in de geest kan blijven bestaan en de rationele besluitvorming kan verstoren.

Op de eerste plaats kan door de opvoeding het misverstand ontstaan dat alle hoedanigheden van de dingen direct waarneembaar zijn. De tweede oorzaak is dat het moeilijk is om zich te ontdoen van eenmaal in de geest aanwezige vooroordelen. Op de derde plaats is het intellectueel vermoeiend om te achterhalen hoe de werkelijkheid echt in elkaar zit, met als gevolg dat veel mensen niet bereid zijn tot de daartoe vereiste inspanning. [ref. 5]

De vierde oorzaak van misverstanden is volgens Descartes dat men onjuiste of verwarde begrippen heeft gekoppeld aan de woorden die men gebruikt. [ref. 5] Omdat we redeneren met behulp van woorden hebben aan woorden gekoppelde onduidelijke begrippen een verstorend en belemmerend effect op het verkrijgen van juiste kennis. Als een woord verwarring oproept dan brengen we steeds met dat woord ook die verwarring weer in het bewustzijn.

Denken, gezondheid en geluk

Een veelbesproken filosofisch onderwerp is de vraag hoe de ziel het lichaam bestuurt. Descartes lijkt voor dit zogenoemde psychofysiche probeem weinig interesse te hebben gehad. Dat de ziel in staat is om het lichaam te sturen wist hij uit eigen ervaring, maar met het probleem hoe dat precies gebeurt heeft hij zich niet uitgebreid bezig gehouden. Hij was van mening dat de ziel direct met het lichaam als geheel in contact staat en bovendien indirect via de pijnappelklier. [ref. 4]

Bij een sterke ziel is deze communicatie tussen ziel en lichaam zodanig dat de ziel krachtige oorzakelijke vermogens heeft. In plaats van zich verder te verdiepen in het psychofysische probleem richtte Descartes zich op het versterken van deze zielevermogens.

Lees meer artikelen door
Jan Everink op zijn website
www.janeverink.com.

Wat dit betreft heeft hij ook mensen met advies en begeleiding geholpen. Onder meer schreef hij brieven aan prinses Elisabeth van de Palts, die gezondheidsproblemen had en zich vaak ongelukkig voelde. Descartes gaf haar adviezen betreffende het door haarzelf versterken van haar zielevermogens om zo haar gezondheid en psychische conditie te verbeteren. [ref. 1]

Descartes en de fysica

Descartes meende op dezelfde wijze als zijn eigen geest ook de natuur te kunnen onderzoeken. Veel van zijn ideeën over het menselijk lichaam en over de materiële wereld in het algemeen bleken achteraf niet door empirisch onderzoek te worden bevestigd. De fysiologische en materiële werkelijkheid is veel complexer dan Descartes veronderstelde.

De innerlijke structuur van materiële objecten is als gevolg van de wet van de toenemende entropie meestal zeer chaotisch, zo weten we tegenwoordig. Het ontdekken van exacte wetmatigheden in het materiële universum is daarom een moeilijk en moeizaam proces, niet vergelijkbaar met het door introspectie bestuderen van de eigen spirituele werkelijkheid.

Het is dan ook begrijpelijk dat Descartes wat betreft de fysica en het menselijk lichaam niet zulke interessante ontdekkingen deed als op het gebied van de zielkunde. Wel heeft hij een belangrijke bijdrage aan de fysica geleverd door te stellen dat het in principe mogelijk is om de onbezielde natuur te verklaren op grond van mechanische wetmatigheid. Maar de natuurkundige vooruitgang na de Middeleeuwen kwam pas goed op gang door de meer empiristisch ingestelde natuuronderzoekers.

Invloed van Descartes op de samenleving

Descartes ontdekte uiteenlopende zielkundige feiten die in de Middeleeuwen onbekend waren. De zielkunde van vóór Descartes had enige overeenkomst met de tegenwoordige mainstream-psychologie. In de tegenwoordige psychologie heerst veel verwarring door het gebruik van vage termen, woorden die niet klaar en duidelijk naar bestaande zaken verwijzen. Dat was in mindere mate ook in de zielkunde van vóór Descartes het geval.

Descartes besloot om de bestaande zielkundige verwarring op te heffen door helemaal opnieuw te beginnen. Belangrijk was daarbij het direct bestuderen van zijn eigen psychische werkelijkheid. Dat leverde belangrijke zekerheden op, die de geschiedenis in een betere richting hebben gestuurd. Descartes heeft grote invloed op de westerse civilisatie gehad. Na Descartes werd steeds meer ingezien dat de mens creatief en oorzakelijk kan zijn en de levensomstandigheden stelselmatig kan verbeteren. Het Christelijke humanisme kreeg meer invloed en de feodale onderdrukking werd geleidelijk minder.

Maar de positieve invloed van Descartes zou nog groter zijn geweest als zijn ontdekkingen al in zijn tijd brede erkenning hadden gekregen. Dat gebeurde niet; hij ondervond veel tegenwerking, onder meer van kerkelijke zijde. Enkele jaren na zijn dood werden de werken van Descartes zelfs op de katholieke Index van Verboden Boeken geplaatst. En in Frankrijk werd een verbod uitgevaardigd om aan de universiteiten de filosofie van Descartes te onderwijzen.

Dat hij in de kerk op tegenstand stuitte kwam niet omdat hij zijn ontdekkingen als revolutionaire nieuwe ideeën presenteerder. Descartes probeerde zoveel mogelijk in overeenstemming te blijven met de toenmalige scholastische filosofie. Hij hechtte er namelijk veel belang aan om zijn ontdekkingen door de kerkelijke autoriteiten aanvaard te krijgen. [ref. 1] Dat lukte weliswaar niet maar toch nam de invloed van Descartes gedurende de volgende eeuwen zowel in als buiten de kerk geleidelijk toe.

Hedendaagse psychologie en Descartes

De invloed van Descartes stopte in de 19de eeuw door de opkomst van het fysicalisme. Volgens die tegenwoordig door veel wetenschappers aangehangen filosofie is alleen het materiële universum echt en bestaan er helemaal geen zielen. Het woord ziel is tegenwoordig taboe in de mainstream-wetenschap.

Dat het fysicalisme in de wetenschap en de samenleving ging overheersen kwam onder meer door het succes van de natuurwetenschappen. De grote technische vooruitgang in de 19de eeuw was te danken aan de sterk toegenomen natuurkundige kennis, en men hoopte ook de mens beter te kunnen begrijpen door hem als een fysisch systeem te beschouwen. Dat lukte geenszins maar desondanks bleef men vasthouden aan het concept van de mens zonder ziel.

Het is dan ook een treurig feit dat de zielkunde van Descartes door de hedendaagse mainstream-psychologie niet serieus wordt genomen. Het woord psyche is in de hedendaagse fysicalistische psychologie geen synoniem voor ziel maar heeft een vage onwerkelijke betekenis. In de tegenwoordige menswetenschappen is men onbekend met het door Descartes ontdekte feit dat de menselijke ziel een in principe zelfstandige spirituele entiteit met belangrijke oorzakelijke vermogens is. Men meent dat het bewustzijn een soort merkwaardige bijwerking van hersenprocessen is. Men hoopt de psychische vermogens van de mens te kunnen verklaren op basis van de hersenwerking, hetgeen natuurlijk alleen maar tot steeds meer onbegrip leidt.

Toch zijn de door Descartes ontdekte spirituele zekerheden gelukkig nog steeds niet volledig door het fysicalisme verdrongen. Met name in de religies bleef men inzien dat de ziel wel degelijk bestaat en veel belangrijker is dan het lichaam. Ook in het dagelijkse leven wordt vrijwel algemeen beseft dat we als mensen vrij en oorzakelijk kunnen zijn.

Referenties:

1. Han van Ruler: "Descartes: leven, leer en nalatenschap"; in Han van Ruler (red): "De uitgelezen Descartes"; Lannoo Boom, Amsterdam, 1999.

2. René Descartes: "Meditations on first philosophy"; Cambridge University Press, Cambridge, 1986.

3. René Descartes: “Over de methode”; Boom Meppel, Amsterdam, 1977.

4. René Descartes: "De passies van de ziel"; in H. van Ruler (red): “De uitgelezen Descartes”; Lannoo Boom, Amsterdam, 1999.

5. René Descartes: “Principes van de filosofie”; in H. van Ruler (red): “De uitgelezen Descartes”; Lannoo Boom, Amsterdam, 1999.

6. Noam Chomsky: “Taal en mens”; Van Loghum Slaterus, Deventer, 1970.